“Hier voelde ik me eindelijk veilig”
Het is een week voor de inauguratie van Joe Biden als we videobellen met Jean Sammuel. Volgende week kan hij niet, vertelt hij, want dan is de inauguratie. “Ga je feestvieren dan?” vraag ik onbevangen. “Nee, ik moet werken. Er worden rellen verwacht en overal in het land worden politiemensen en beveiligers zoals ik opgeroepen om te komen helpen.” Het is duidelijk dat Jean zijn zaakjes goed op orde heeft en een groot verantwoordelijkheidsgevoel heeft. Maar dat is hem zeker niet aan komen waaien…
“Mijn moeder stierf toen ik drie maanden oud was. Mijn vader was uit beeld en mijn oma zorgde voor mij. We woonden in het zuidoosten van Haïti, in Thiotte. Ik was een jaar of zes toen we verhuisden naar Cité Soleil, een sloppenwijk in Port-au-Prince. We waren vreselijk arm. Ik kan me nog herinneren dat ik ver moest lopen om eten te halen bij het voedselprogramma van de overheid. Dan moest je uren in de rij staan, en als klein ventje werd ik vaak opzij geduwd. Er werd ook vaak om eten gevochten. Dat was echt een angstige tijd.”
“Mijn oma ging naar een gemeente daar in de buurt. De voorganger zag hoe we aan het worstelen waren en bracht mijn oma in contact met Johan Smoorenburg. Zo kwam ik toen op het kinderdorp terecht, als een van de eerste kinderen van het project. Er was eten en ik hoefde er niet om te vechten! We sliepen in een groot gebouw, waar we veilig waren! Het was voor mij een verschil van dag en nacht. Met de jongens in mijn appartement hadden we het goed, met veel van hen heb ik nog steeds contact.”
Al die tijd denkt Jean dat hij behalve zijn oma geen familie meer heeft. Tot een van de jongetjes uit zijn appartement bezoek krijgt van een tante. “Ze vroeg waar ik vandaan kwam, en toen bleek dat zij uit mijn geboortedorp kwam. Sterker nog, ze herkende mijn verhaal en dacht ook mijn vader te kennen!” Er wordt contact gelegd en Jean krijgt de verrassing van zijn leven: “Ik bleek nog een hele familie te hebben! Mijn vader leefde nog, maar ik had ook (half)broers en -zussen, tantes, ooms… het was een emotioneel weerzien. Dat was alles wat ik altijd had gewild. We hebben nog steeds veel contact, hoewel het gezin over verschillende landen verspreid woont.”
Jean is begin 20 als hij zijn familie terug vindt. Tegen die tijd is hij opgeleid tot vertaler. “Ik vertaalde veel officiële documenten, zoals adoptiepapieren. Daardoor had ik ook veel contact met mensen in Amerika, die me uitnodigden om hen te bezoeken. Ik ontmoette daar mijn vrouw. We trouwden en kregen drie kinderen, die nu 15, 11 en 8 jaar oud zijn.” Jean is dankbaar hoe zijn leven een wending heeft genomen. Hij vertelt: “Je hebt op Haïti vaak het gevoel dat je nauwelijks het verschil kunt maken. Maar investeren in een kind is het beste wat je kunt doen, dat blijkt maar weer uit mijn verhaal.”
Volg ons op social media via:
Publicatie datum / laatste wijziging: 06 apr 2021